Groeiend monument in IJmuiden Nanai Notes, juli-augustus 1992 Frits F. Terpstra
Sinds 3 juni 1992 heeft het Beeckestijnpark in IJmuiden er een berk bij. Niet zo bijzonder zult u denken; er zal in het park bij u in de buurt ook vast wel ergens een berk staan.
Maar deze berk is daar met een bedoeling neergezet. Als een soort groeiend monument ter ere van "de strijd van Leonard Peltier en alle Indianen tegen 500 jaar onderdrukking, landroof en moord", zoals op een begeleidende plaquette wordt uitgelegd. De initiatiefnemer voor dit symbolisch gebaar is Henk Dekkers uit IJmuiden.
Zoals zoveel NANAI-leden is Dekkers al geruime tijd begaan met het lot van de Indianen in het algemeen en van Peltier in het bijzonder. En dat steekt deze IJmuidense middenstander niet onder stoelen of banken. Integendeel. Vorig jaar liet Dekkers een spandoek van zes meter breed maken, met daarop de tekst:
LEONARD PELTIER MOET UIT
Deze tekst sierde enige dagen een viaduct aan de Noostraat in IJmuiden, niet zover van de plaatselijke bajes. Passanten vroegen zich af wie Leonard Peltier was, zo ook een journalist van de lokale krant. Een telefoontje naar de gevangenis bracht echter geen uitkomst en ook bij de politie werd de verslaggever niets wijzer. Lichtelijk gefrustreerd liet de krant vervolgens een foto afdrukken van het spandoek met het verzoek om inlichtingen. Door een ander NANAI-lid werd Dekkers attent gemaakt op de publikatie, waarop hij contact zocht met de krant, die prompt het verhaal van Peltier uit de mond van Dekkers optekende. |
Zo kreeg Peltier via deze geweld afwijzende activist binnen een week tweemaal uitgebreid aandacht in de plaatselijke pers.
Intussen echter was het spandoek door de gemeentepolitie weggehaald. Dekkers vond het eigenlijk een te kostbaar kleinood om na éénmaal gebruik al afscheid van te moeten nemen.
Henk Dekkers en Gee Walker, Dineh Indiaan, planten de boom
Op het politiebureau leek het er niet op dat het spandoek zou worden teruggegeven. Erger nog, het kon Dekkers wel eens een behoorlijke bekeuring gaan kosten. Zoals gezegd wil Dekkers niets van geweld weten, maar een bekeuring voor een vreedzame actie zou hij niet uit de weg gaan. Niet van zijn stuk gebracht door de dreigende beboeting begon Dekkers het levensverhaal van Peltier te vertellen. |
Nadat de dienders met stijgende verbazing en niet zonder afgrijzen de hele levensloop van de Indiaanse leider hadden aangehoord, liep Dekkers zonder proces-verbaal maar met spandoek onder de arm het politiebureau weer uit. Hij had alleen moeten beloven het spandoek niet meer in IJmuiden aan een viaduct te hangen. Die belofte deed Dekkers gestand. Een week later hing in Haarlem een spandoek aan het spoorwegviaduct. Passanten vroegen zich af wie Peltier was en het Haarlems Dagblad legde ze dat diezelfde week nog uit.
Een jaar later lukt het Henk Dekkers weer om de regionale pers te mobiliseren. Met de hulp van Gee Gyychee Walker, een tijdelijk in Nederland verblijvende Dineh, en onder het toeziend oog van een aantal genodigden en verslaggevers, plaatst Dekkers een drie meter hoge berk in het park van het IJmuidense landgoed Beeckestijn.
De boom gaat vergezeld van een plaquette, waarop behalve het eerbetoon aan Peltier en aan vijfhonderd jaar strijd, ook nog een tekst prijkt die menig doemdenker tot inkeer zou moeten brengen: "Zoals de boom groeit en sterk wordt, zo zal de levensboom van alle Indianen weer worden". Een tekst die Dekkers uit het hart gegrepen is, getuige het nu volgende citaat ontleend aan het Noord-Hollands Dagblad: "We zullen allemaal moeten leren te denken op de Indiaanse manier. Water en lucht respecteren en de aarde bewaren voor en doorgeven aan onze kinderen. Bij ons begint dat denken nu net een beetje door te dringen, maar bij de Indianen is het een eeuwenoud weten. Ik heb er vertrouwen in dat het wel goed komt met ons. We zijn laat, maar het komt echt goed, ook met de Indianen. God laat de wereld heus niet kapot gaan, dat weet ik zeker."
Aan zoveel vertrouwen valt weinig toe te voegen. Terug |